Hoofdstuk 3

 

Wie doet wat?

Rangen.
Bij de brandweer heeft iedereen een rang.
In totaal zijn er 15 rangen.

De rang geeft aan wat de taken zijn van een brandweerman of brandweervrouw.
Brandweermensen hebben dus verschillende taken.
Je kunt aan het uniform en de helm van brandweermensen zien welke rang ze hebben.
Op de helm kun je aan de strepen zien met wie je te maken hebt.
Bij het uniform kun je op de schouders zien welke rang iemand heeft.

Dit zijn strepen van officieren van de Brandweer

Ploegen.
Sommige brandweermensen gaan op pad om branden te blussen en hulp te verlenen. Dat doen ze in ploegen.
Een ploeg bestaat uit een bevelvoerder, een chauffeur en 4 brandwachten.
De bevelvoerder zegt wat ze allemaal precies moeten doen. De bevelvoerder heeft als rang onderbrandmeester of brandmeester.
De chauffeur zorgt dat het brandweervoertuig op de juiste plaats komt, en dat alle spullen uitgedeeld worden, de brandwachten blussen de brand, halen mensen uit auto's, halen een koe uit de sloot, enzovoort.

Leiding geven.
Een brand of ongeluk wordt soms zo groot, dat 2 ploegen het niet meer zelf kunnen oplossen.
Er komt dan een Officier van Dienst. Deze mensen hebben meestal als rang adjunct-hoofdbrandmeester of hoofdbrandmeester.

De brandweer heeft ook een soort directeur. Dat is de commandant. Hij of zij zorgt ervoor dat alle taken van de brandweer goed uitgevoerd worden.

Volgende Hoofdstuk

Copyright © 2004 Brandweer Gennep. Alle rechten voorbehouden.
Laatst bijgewerkt: 18-05-2007